Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Slechts twee haren gekrenkt

Ik had geluk dat Joostje altijd uit een voederbakje had gegeten, en nooit had hoeven jagen voor de kost. Daradoor ahd hij erg weinig
oefening in het grijpen van vlees dat nog kon bewegen. Zoals mij,  bijvoorbeeld.
Het was alweer een tijdje geleden dat ik in Boegoe-Boegoe woonde, en elke dag moest ontsnappen aan alligators, Sissippi-slangen, Boegoenese Boomleeuwen enzovoort, maar je verleert dat nooit helemaal. Kortom: ik slaagde er heel aardig in om Joostje te ontwijken.
In het begin.
Maar Joostje bestond uit een slordige achthonderd kilo spieren, en ik uit ruim veertig. En de perfecte dino-brul was niet het enige waarmee Moeder Natuur hem had uitgerust. Nee, hij had ook nog de beschikking over een haarfijn afgesteld jacht-instinct. En dat jachtinstinct werd, nu Joost voor het eerst aan het jagen sloeg, hoe langer hoe meer tot leven gewekt. Iedere keer dat ik aan Joostje onstnapte, kostte mij meer moeite dan de vorige. Want hij werd per seconde handiger en sneller, terwijl ik alleen maar vermoeider werd.
Oh goed gedaan, Moeder Natuur, dacht ik sarcastisch. Heb je die hele evolutie doorgewerkt om bij mij uit te komen, en wat gebeurt er? Er komt een  stukje evolutie op helemaal de verkeerde tijd en plaats terecht om voortijdig een einde aan mij te maken. Knap werk, Moeder N.!
Hoewel de echte schuldige natuurlijk Alexander was, die zo nodig in de juiste volgorde van de natuurlijke geschiedenis had willen rotzooien. Hallo, wetenschappers! Er is een reden dat Moeder Natuur de dino's heeft afgeslacht voordat wij op het toneel verschenen, ja? Die meteoriet
is niet voor niets op de aarde gevallen. Je moet het dus niet beter willen weten voortaan, ja?
Papa dacht er ook ongeveer zo over. Hij had Alexander bij zijn keel gegrepen en schudde de ongelukkige wetenschapper met kracht heen en weer. 'Zie je nou wat je gedaan hebt!' bulderde hij. 'Met je goddeloze dinosaurus! Er zijn dingen die de mens niet hoort te weten, niet hoort te kunnen, niet hoort te doen! Wanneer begrijpen jullie wetenschappers dat nou eens! Dit is de straf! Het is de straf, zeg ik je!'
Niet helemaal mijn insteek, maar ik snapte wel wat hij bedoelde.
Intussen stond mama in haar beha te graaien. Had ze misschien toch nog ergens een klein bommetje...? Maar nee. Helaas.
Helaas, helaas, driedubbel helaas! Een klein bommetje, voor de afleiding, zou me nu niet slecht uit komen.
De vervaarlijke kaken van Joost kwamen steeds dichterbij. Het begon al pijn aan mijn oren te doen, telkens als zijn tanden vlak naast mijn oren op elkaar klapten. Wat een kracht zat er in die bek!
Zijn adem, die op een overweldigende manier geurde naar hondenvoer, omhulde mij als een onsmakelijke wolk. maar wat kon ij dat schelen! Rennen moest ik, rennen!
De hal, waardoor we renden, was best wel groot. Toch waren we nu al drie keer rond geweest. En bij elk rondje werd mijn voorsprong kleiner. In de duistere hoekjes lagen vreemde apparaten, bedoeld om ons langzaam en pijnlijk dood te maken, maar nu vooral in gebruik als struikelblok. Ik moest mijn uiterste best doen om ze allemaal te ontwijken: de tenenpeller, de bamboezweep, de schedeldruppelaar, de IJzeren Maagd en de Kaars der Trage Verhitting.
Gelukkig had ook Joostje er last van. Hij botste op volle snelheid tegen een Automatische Zeeziekteverwekker op.
'Haha,' deed ik over mijn schouder. Dat was heel dom van mij.
Ik zag eventjes niet waar ik liep Héél eventjes maar. Nét lang genoeg om volledig verstrikt te raken in een machine die je één voor één alle haren uit je hoofd trok.
'Auw!' riep ik toen het akelige apparaat mijn eerste haartje meenam. En 'Auw,' vijf seconden later bij haartje nummer twee.
Over haartje nummer drie hoefde ik mij geen zorgen te maken. Gelukkig. Of liever gezegd: jammer genoeg.
Want voordat de machine haartje nummer drie uit mijn hoofd kon trekken, was Joostje al bij me.

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want vandaag ben ik op bezoek bij het Kandinsky College in Nijmegen. Mijn oude school!