Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Om van het broodrooster nog maar te zwijgen

Maar dat viel tegen. De gang was leeg.
Nou ja, niet helemaal leeg natuurlijk: het plafond was op de grond gevallen, en een dikke zwarte walm bezoedelde de lucht. Maar wat de Moeflon had verwacht te zien (de ontplofte, smeulende resten van mijn moeder), dát was er niet.
Gelukkig.
'Jammer,' zei de Moeflon. 'Als ze gewoon voor de deur was blijven staan, dan waren we in één klap klaar geweest. In één klap, hahahahaha, snappen jullie hem?'
'Wij snapt hem wel,' legde Kwetter behulpzaam uit, 'maar wij vindt hem niet zo grappig.'
'Als je werkelijk dacht, dat Josephine zo dom is om zichzelf op te blazen, dan schort er toch echt iets aan je voorbereiding,' zei mijn vader kil.
Die opmerking ergerde de Moeflon. Zijn mond vertrok in een sneer. 'Natuurlijk dacht ik dat niet echt. Anders had ik al die schorpioenen voor niks meegenomen. Om van het broodrooster nog maar te zwijgen. Maar ik probeer gewoon een beetje een lichte toets in het gesprek aan te brengen. Uit vriendelijkheid en medeleven. Ik bedoel: voor jullie kan het toch onmogelijk een gezellige avond zijn, alles bij elkaar genomen. Je bent natuurlijk altijd een beetje zenuwachtig, in het zicht van je eigen dood. Zal ik wel mooie laatste woorden kunnen bedenken, als het moment daar is? Plas ik niet in mijn broek? Of doe ik iets anders doms? Heel spannend, want je moet het in één keer goed doen. Je kunt achteraf niet zeggen: dat was niet zo'n succes, laat ik nog maar eens een keer dood gaan, kijken of het dan beter lukt. Bovendien: je weet dat je publiek hebt. En niet zomaar publiek. Je hebt mij, de meesterspion, die al tientallen mensen heeft zien sterven. Hónderden. En van dichtbij, he? Je kunt wel zeggen dat ik zo onderhand een soort fijnproever ben. Kortom: jullie zijn ongetwijfeld een beetje nerveus. Dus ik dacht: ik breek de spanning een beetje, met een guitige kwinkslag. Maar wat krijg ik? Stank voor dank. Bah. Ik had het kunnen weten.
Dag mevrouw!'
Dat laatste riep hij de gang in, waar hij kennelijk mijn moeder zag.
'Laat die bom maar liggen!' riep hij. 'Anders doe ik gewoon de deur weer dicht, hoor! En die krijgt u niet zo een twee drie weer open. Dat hebt u al gemerkt. Als u nou niet heel snel die bom neerlegt en netjes binnenkomt, dan doe ik niet alleen de deur dicht, maar dan zal ik bovendien...' Hij hield zijn pistool omhoog.
Ik kende dat pistool goed. Ik had het eerder gezien, in het verre land Zuid-Mallotië, waar we de Moeflon voor het eerst hadden ontmoet. Ook toen al was ik doodsbang voor dat pistool. Het was geen heel groot of indrukwekkend wapen. Het was niet gemaakt om te laten zien wat voor een stoere kerel de eigenaar wel niet was. Het was niet gemaakt om liefdevol door de eigenaar in en uit elkaar te worden gehaald, te worden schoongemaakt, geolied, opgewreven en in een glazen vitrinekast opgeborgen. Het was niet gemaakt om vijanden schrik aan te jagen en de eigenaar een gevoel van veiligheid te geven. Het was maar gemaakt voor één ding.
Mensen doodschieten.
En de Moeflon hanteerde het zoals een timmerman zijn schroevendraaier gebruikt. Zonder erbij na te denken. Gewoon, omdat het het beste gereedschap is voor zijn klusje.
'... uw man en kinderen doodschieten,' maakte de Moeflon zijn zin af.

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben hard aan het schrijven aan een nieuw boek