Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Jouw dag, glimlachje, zal komen!

Intussen knoopte ik een gesprekje aan met de doctor. 'Luister eens even,' zei ik streng, 'ik weet niet wat jij met dat arme beest hebt uitgespookt, maar dino's kunnen helemaal niet praten.'
'Ik kan er niets aan doen,' jammerde de doctor. 'Hij was al zo toen ik 'm kreeg. Heus waar!'
Ik zei niks. Ik kijk alleen maar heel erg streng.
Even overwoog ik om te glimlachen. Zo'n glimlach als mama soms gebruikt, zo eentje die zegt: ik heb jou door, mannetje!
Waardoor je dan alles vertelt waarvan je denkt dat zij het doorheeft.
Maar ik vermoedde dat zo'n glimlach alleen werkt als je het mannetje ook inderdaad door hebt. Of in ieder geval voor het grootste stuk, zodat het mannetje alleen nog maar de laatste paar details hoeft in te vullen.
Of dat je in ieder geval iets door hebt.
Dat had ik niet, dus... ja...
Ik hield mijn glimlachje maar voor mezelf.
Er komt een dag, dacht ik. Er komt een dag, glimlachje, en dan zal ik je te voorschijn halen en gebruiken. Dan zal de wereld sidderen! Maar die dag is niet vandaag.
En ik hoop wel dat mama opschiet met ons redden, anders is die dag ook niet morgen. Of wanneer dan ook.
Tot mijn verrassing had mijn strenge blik min of meer dezelfde uitwerking als mama's glimlachje: de doctor bleef met een schuldbewuste blik tegen mij aan praten.
'Het hóórt niet te kunnen,' zei hij zenuwachtig. 'Alleen mensen kunnen praten. Wij hebben er de strot voor. Onse keel is uniek: zelfs chimpansees kunnen niets doen wat op praten lijkt, terwijl zij toch onze naaste fanmilie zijn.'
'Ho ho,' protesteerde papa.
'Niet mee bemoeien, papa,' zei ik. Ik had nog altijd mijn strenge gezicht aan, en ook op papa bleek dat te werken.
'Joost z'n stem klinkt ook helemaal niet menselijk, dus dat klopt,' zei ik tegen de doctor. 'Hij klinkt meer als een soort kaketoe. Of een papegaai of zo.'
'Een kaketoe is een papegaai,' zei de doctor minzaam. 'Maar verder heb je het verrassend goed gezien, jongeman.'
Kijk, daar had je het al. Ik had één feitje verkeerd gezegd, en de doctor sloeg al meteen een heel andere toon aan. Alsof ik hem nooit streng aangekeken had!
Gelukkig had ik het glimlachje niet geprobeerd. Dan was de ramp niet te overzien geweest.
'Dinosaurussen zijn nauw verwant aan vogels,' legde de doctor uit. 'Dat kun je aan hun veren wel zien, natuurlijk.'
'Hou op over die veren,' zei ik vol walging.
'Ja, erg he?' zei de doctor samenzweerderig. 'Als ik dat van tevoren geweten had, was ik schildpadden gaan bestuderen! Serieus hoor. Nou ja, in ieder geval: dat er eens een dino tussen zit, die geluiden kan imiteren, dat is nog tot daar aan toe. Dat dat nou net de dino is, die door mijn grote concurrent tot leven is gewekt, dat is dan gewoon domme pech. Maar om te praten, écht te praten, heb je meer nodig dan alleen een strot. Daar moet je ook hersens voor hebben. En dit beest heeft hersens zo klein als een walnoot!'
'Nou!' riep Joostje gekwetst. 'Dat roept u nou al de hele tijd! En dat is niet lief! Hoe zou u het vinden, als ik dat over u zou zeggen?'
'Dat zou ik zeer gepast vinden,' zei de doctor gemeen. 'Want het klopt niet. Mijn hersens zijn zo groot als een kokosnoot, namelijk. En zo'n kanjer van een fout, dat past precies bij iemand met hersens zo klein als een walnoot.'
'Nou-hou!' riep Joostje.
Op dat moment werd er op de deur gebonkt.

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben aan het werk in mijn voedselbos!