Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Hitte, kuilen en een derde ding

We merkten het maar nauwelijks. Het vage brommen van de scheepsmotoren, dat ons de hele reis begeleid had, hield op. Daarna moet onze container uit de boot zijn gehesen en op een vrachtwagen geladen. Er is weinig verschil tussen een container die aan een hijskraan hangt te schommelen in de wind en een container die in het ruim van een dobberend schip staat. Je kunt dat verschil wel voelen, maar dan moet je heel erg je best doen. Je moeten weten waar je op moet letten, en niet tegelijkertijd een gesprek voeren over ammoniumnitraat. Wij merkten er dus niks van. Maar toen we eenmaal op de vrachtwagen stonden, toen zei Kwetter: 'Ik voelt mij een beetje raar. In mijn buik.'
Na even peinzen zei Gaby: 'Ik ook, geloof ik. Het is een beetje zoals zeeziek, maar dan anders. Aan zeeziekte ben ik inmiddels wel gewend geraakt, maar...'
'Nou,' zei ik, 'ik ben er niet aan gewend geraakt, de hele afgelopen twee weken niet.'
'Dat hebben we gemerkt,' zei Gaby droogjes. Ik begreep wel waar ze op doelde: ik had misschien wel heel af en toe nog een keertje overgegeven tijdens de reis. Maar nooit vaker dan twee keer per dag, hoor, dus... ja...
'Ik kan je vertellen,' zei ik, 'dat dit géén zeeziekte is. Ik ben voor het eerst niet meer zeeziek namelijk.'
'Dat bent het!' riep Kwetter. 'Wij schommelt niet meer! Wij staat op vaste grond!'
'Je hebt gelijk,' zei ik. 'Weten jullie wat dat betekent? Dat betekent dat de reis voorbij is!'
Op dat moment sloeg de motor van de vrachtwagen aan en begonnen we te rijden.
'Hm,' deed Gaby. 'Het betekent in elk geval dat de bóótreis voorbij is. Maar wie weet, waar ze ons nu weer heenbrengen.'
Twee dingen ontdekten we al snel. Ten eerste waren we op een plaats waar het warm was. Erg warm. Vooral in een metalen container kon de temperatuur erg oplopen. Zwetend en hijgend lagen we op de vloer van de container. We dronken ieder een hele fles water per dag. Dat wilde misschien zeggen dat we te weinig water zouden hebben om het einde van de reis te halen, maar als we nú niet dronken zouden we het einde ook niet halen.
Ten tweede: we waren op een plaats gekomen met hele slechte autowegen. Veel kuilen en bulten en zo. We werden heen en weer geslingerd en op en neer gestuiterd tot we bont en blauw zagen.
Na anderhalve dag ontdekten we nog een derde ding. Een ding dat nog veel akeliger was dan de hitte en de kuilen.

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want vandaag ben ik op bezoek bij het Kandinsky College in Nijmegen. Mijn oude school!