Thijs Goverde met rood t-shirt met de tekst: Reading is Sexy
<<

Mjamburgers kennen geen spijt

Wij doken haastig weg tussen de stoelen van het Swinefeller Auditorium. Net op tijd; Snoet liep langs ons heen zonder ons te zien. 'Er achter aan,' fluisterde ik toen hij ons goed en wel voorbij was. 'Hier gaan we zooooo veel spijt van krijgen,' mopperde Gaby. 'En als we het niet doen, krijgen we nooit meer ergens spijt van. Dan slaat hij ons bewusteloos in onze bedjes en gooit ons meteen in een of andere gehaktmolen. Dan worden we wakker als mjamburger. En mjamburgers hebben geen spijt.' Gaby zei niks. Ze wist dat Snoet ertoe in staat was om zoiets te doen. Ze wist het, omdat hij het al eens gedaan had. En geloof me: zoiets vergeet je niet. Dus we stonden op en slopen achter hem aan. Tenminste, dat was de bedoeling. Maar bij het opstaan raakte ik per ongeluk één van de computerstoelen aan. Of misschien was het Gaby. Ja, nu ik er over na denk, weet ik eigenlijk wel zeker dat het Gaby was. Ik bedoel: per ongeluk een computer-stoel aanraken, precies op de enige manier waarop de computer aan springt, dat is toch niks voor een grote jongen die alles van computers weet? Dat is toch veel meer iets voor een klein zusje? Dacht ik wel, ja. Dus het moet Gaby's schuld geweest zijn. In elk geval, de stoel naast ons vroeg opeens: 'Heeft u honger, of lekkere trek? Dan is dit ons dagmenu. Mjamburger, één vijftig. Dubbele Mjamburger, twee vijftig. Mjamburger met kaas, één vijfenzeventig. Dubbele Mjamburger met kaas...' enzovoort. Gelukkig stond het geluid van de stoel niet op z'n aller-hardst. Snoet leek het niet te horen. Of hij hoorde wel iets, maar dacht dat het iets was uit het BOF-praatje van meneer Clusjes. Hij wandelde rustig verder naar de hal van het hotel. Wij slopen stilletjes achter hem aan. Gelukkig kunnen wij heel stil sluipen. Wij hebben een half jaar lang in het oerwoud van Boegoe-Boegoe gewoond, en daar leer je wel sluipen. Soms moeten we bijvoorbeeld langs een boom lopen waarin reuzen-springspinnen woonden, die op de minste trilling en het minste geluidje reageren door uit hun boom te springen en je dood te bijten, of je nou een mens bent of een Boomkonijntje of een olifant. Dus... ja... We maakten echt helemaal geen enkele geluidje toen we achter Snoet aan slopen naar de hal van het hotel. Daar hoorden we hem tegen de computer zeggen: 'Mijn naam is Snoet. Er is een kamer voor mij gereserveerd.' 'Het spijt ons,' antwoordde de computer, 'wij hebben geen reservering op de naam Snoek.' 'Nee,' bromde Snoet, 'het is ook een reservering op de naam Snoet.' 'Het spijt ons,' herhaalde de computer, 'wij hebben geen reservering op de naam Sproet.' Om een lang verhaal kort te maken: de computer verstond ook nog Snoep, Sloep, Snoer, Soet, Sploets en Snoet-Stom Sloteding. En toen hij dan eindelijk de goede naam had, zei hij: 'Welkom, meneer Snoet. Wilt u een kamer boeken?' Nee, dat wilde Snoet niet. Hij had immers een reservering? 'Aha. U heeft dus een reservering. Op welke naam staat de reservering?' En daar begon het hele circus weer van voren af aan.

Thijs is vandaag

Online
Offline,
want ik ben aan het werk in mijn voedselbos!